Het is ’s avonds laat. Werkend Kuala Lumpur is op weg naar huis waar zij een goede avondmaaltijd kunnen verwachten. Enkele winkels gaan al sluiten en zetten hun afval op straat. Terwijl het overgrote deel van de inwoners eerder op de dag haar boodschappen heeft gedaan, is er een aantal mensen waarbij het inkopen doen rond de avondklok pas begint.

Freeganisten vinden het zonde etensrestjes weg te gooien. Als ’s avonds de bakker zijn overgebleven broden weggooit, dan hebben de freegans een goed ontbijt de volgende ochtend. Etensresten zijn hun maaltijden en ze zullen niet snel hun neus optrekken voor een half opgegeten pizza. Nee, de korsten smaken nog even goed.

Navshed Navin, een 25-jarige jongen uit Kuala Lumpur, kan hierover meepraten. Sinds een aantal jaren is hij sterk betrokken bij de Maleisische freeganismbeweging en organiseert hij projecten, waarbij niet alleen weggegooid eten wordt hergebruikt, maar ook andere producten, zoals spullen en kleding. Freeganism klinkt voor veel mensen vreemd in de oren. Navshed legt uit dat het niet alleen gaat om de etensresten van iemand anders bord plukken. “Veel mensen kijken niet verder dan deze acties en beseffen niet dat het gaat om het idee dat er achter zit. Wat wij hier doen gaat simpelweg niet alleen om het eten uit andermans vuilnisbak, maar om het verminderen en hergebruiken van middelen die alleen vanwege het consumptiegedrag van tegenwoordig bestempeld worden als niet goed genoeg”, aldus Navshed.

Navshed is betrokken geraakt bij deze levensstijl vanwege politieke, antikapitalistische beweegredenen, maar hij vertelt dat dit voor iedereen verschillend is. “Freeganism is een levensstijl die varieert per persoon. Iedereen geeft er een andere invulling aan. Er zijn mensen die inderdaad zo ver gaan dat ze zelf niets meer kopen en enkel hergebruiken van anderen. De manier waarop ik freeganism uit of iemand met bijvoorbeeld een composthoop in de achtertuin lijkt anders, maar het idee is precies hetzelfde.”

Het is geen mysterie dat de freeganbeweging in Maleisië zo floreert. Door de groeiende economie in Maleisië hebben mensen steeds meer te besteden, maar wordt er ook steeds meer weggegooid. Op dit moment wordt er dagelijks ongeveer 15.000 ton aan voedsel weggegooid. Voor iedereen met een visuele instelling: dit is genoeg om ongeveer 7,5 voetbalveld te vullen of zo’n 7,5 miljoen mensen dagelijks te voeden. Alleen al in Kuala Lumpur wordt ongeveer 3.000 ton voedsel per dag weggegooid, waarvan zo’n 85 procent bestaat uit ongebruikte voedingsmiddelen. Als dat nog niet schokkend genoeg is, dan is het wel de steeds sterker stijgende lijn wat betreft dit probleem, zo blijkt ook uit een rapportage van The Star in juni 2013. Deze Maleisische nieuwssite laat zien dat er in 2009 ongeveer 450 ton voedsel per dag verspild werd, maar dat dit getal voor 2013 een schokkende vijftien keer vermenigvuldigd kan worden.

Het hergebruiken van weggegooid voedsel lijkt een goed middel in de strijd tegen voedselverspilling, maar het is niet voor iedereen weggelegd. “Ik kan niet geloven waarom je eten uit de vuilnisbak zou willen eten, er is genoeg eten in de winkels of op straat goedkoop te krijgen. Ik vind het onhygiënisch en ken gelukkig niemand die het doet”, aldus Sacha, een 21-jarige studente. Sharifah Arfah Syed, journaliste van een belangrijk Engels dagblad in Maleisië, is geïnteresseerd in het minimaliseren van verspilling door voedsel her te gebruiken, maar ziet zelf vooral bezwaren in het snel bederven van het eten door het warme klimaat.

Het zijn bezwaren waar Navshed niet van onder de indruk raakt. In hartje China Town, het bruisende centrum van Kuala Lumpur, beweegt hij zich tussen de toeristen die op zoek zijn naar een souvenirtje. Maar plotseling slaat hij linksaf, een rustig straatje in. Boven zijn hoofd zijn grote stukken zeil gespannen. Op dit tijdstip van de dag bieden die bescherming tegen de brandende zon en later tegen de heftige moessonbuien. Dit is de ontmoetingsplaats van Food Not Bombs, een onafhankelijke organisatie die met weggegooid eten gratis maaltijden bereidt voor daklozen en misdeelden. Op deze manier proberen zij freeganism op een maatschappelijke manier in te zetten en tegelijkertijd een tegengeluid te laten horen in een samenleving die gebaseerd is op groeiende consumptie.

Elke zondagochtend gaat Navshed naar een lokale markt, waar hij etenswaren ophaalt die anders worden weggegooid, omdat de consument het niet meer wil kopen. Het eten ligt bij elkaar en is nauwelijks te onderscheiden van de verse producten uit de supermarkt. Daarbij is het ontzettend veel. De groentes die hij ophaalt neemt hij mee naar Food Not Bombs, waar vrijwilligers bijeenkomen om het eten te bereiden. In deze groep bevinden zich mensen uit allerlei lagen van de maatschappij, waaronder een aantal daklozen, maar bijvoorbeeld ook studenten van een college in de buurt. Bij Food Not Bombs worden enkel vegetarische maaltijden bereidt. Een praktische reden is dat vlees snel bederft en het moeilijk is om nog vers weggegooid vlees te hergebruiken. Daarnaast wordt er geprobeerd om eten te bieden voor zo veel mogelijk mensen, dus ook voor vegetariërs of mensen die halal eten. “Het gaat erom iets terug doen voor de community. Samenwerken en geen onderscheid maken tussen mensen, maar elkaar zo goed mogelijk helpen”, legt Navshed uit.

Dat Navshed de straten afstruint naar tweedehands maaltijden, betekent overigens niet dat hij niet van het leven kan genieten. Zijn anti-materialistische levenswijze gaat moeiteloos samen met zijn sociale leven. Die avond is Navshed uitgenodigd voor een feestje en terwijl hij alles vertelt over freeganism, struint hij de ruimte af die bezaaid is met blikjes bier. Hij tilt er verschillende op om uit te vinden of er nog een bodempje in zit. Na een tijdje is het raak en nadat hij een grote slok heeft genomen zegt hij met een grote knipoog: “Beer-ganism!”