Het aantal daklozen in Kuala Lumpur is de laatste jaren flink toegenomen. Slecht voor het straatbeeld, vond de regering, die daarop zonder pardon alle soepkeukens in het stadscentrum verbood. Want, zo dacht de overheid, als je daklozen geen eten meer geeft, vertrekken ze vanzelf. NGO Reach Out Malaysia hield zich sterk en weigerde de straten te verlaten.

Khaidir en Abdul zijn vanavond goed gemutst. De plastic tas met proviand die ze zojuist in ontvangst hebben genomen, is stevig gevuld. In het zwakke licht van een straatlantaarn doen ze zich te goed aan een pakketje met rijst en gebraden kip. Nog maar enkele maanden geleden, toen de overheid de soepkeukens in de stad verbood, zagen ze hun situatie een stuk somberder in. “We waren bang. De soepkeukens zijn erg belangrijk voor ons”, vertelt Khaidir. “Elke dag brengen ze ons eten en zonder deze maaltijd weten we niet wat we moeten doen.”

Khaidir en Abdul zijn twee van de ruim 1.500 Maleisiërs die in Kuala Lumpur op straat leven. Mannen en vrouwen, jong en oud, soms hele gezinnen, zwerven door de stad en slapen op kartonnen dozen. Tot juli 2014 waren er in de stad zo'n dertien NGO’s actief die onbezorgd voedselpakketten uitdeelden op straat. Avond na avond stonden de daklozen in ellenlange rijen voor hun dagelijkse warme maaltijd. Totdat de regering daar dus een einde aan maakte.

De minister van welvaart, Tenka Adnan, verklaarde in juli 2014 dat de soepkeukens daklozen aanmoedigen om op straat te blijven. “Het uitdelen van eten stimuleert luiheid”, zei hij tegen de nieuwssite  Malay Mail Online. “Daarnaast worden ziektes makkelijker verspreid.” Hier moest verandering in komen. Binnen een ring van twee kilometer rondom de stad werden de soepkeukens verboden. Een probleem, omdat juist in dit gebied zich de meeste daklozen bevinden en de vraag naar voedsel het grootst is.

Van politieagent tot humanist
Maar niet iedereen legde zich daar zomaar bij neer. De NGO Reach Out Malaysia bleef voedsel inzamelen en uitdelen. Reach Out Malaysia werd in 2008 door Pete Nicoll (54) opgericht. Hij ruilde zijn stoere baan als politieagent in Schotland in voor een radicaal ander leven in Maleisië. Sindsdien deelt zijn organisatie iedere avond voedsel uit aan de daklozen van Kuala Lumpur. Pete vertelt over de spanningen in juli: “Wij lieten ons afgelopen zomer niet kennen en bleven volhardend onze taak uitvoeren. Er gebeurde iets bijzonders. Honderden mensen stonden iedere avond voor ons klaar op straat. Duizenden mensen lieten hun stem horen via Facebook. Twee meiden uit Amsterdam hadden zelfs geld ingezameld voor Reach Out om eventuele boetes te dekken.”

Naast de steun vanuit de bevolking, werd de organisatie ook bijgestaan door rechters en advocaten. “Zij verzekerden ons ervan dat er geen wet tegen soepkeukens was en dat deze er ook niet zou komen. Fantastisch!” De regering was machteloos en is uiteindelijk gestopt met de bedreigingen. “We zijn weer terug bij het normale leven, zonder gezeur.”

Leven van 600 ringgit
Hoewel hun leefomstandigheden niet ideaal zijn, maken Khaidir en Abdhul een vrolijke en gezonde indruk. Kleerscheuren zijn nergens te bekennen en de geur van alcohol is nergens te ruiken. Volgens Pete gebruikt slechts één procent van de daklozen alcohol of drugs. “Veel daklozen in Europa zijn drugsverslaafden of ex-criminelen. Daarom bestaat er over het algemeen een negatief beeld. Maar dit is niet hoe de mensen hier op straat werkelijk zijn.”

De meeste daklozen komen niet uit de stad, maar uit dorpen rondom Kuala Lumpur. Ze zijn naar de grote stad gekomen om werk te zoeken en geld te verdienen voor hun familie thuis. “Je ziet veel jonge jongens op de straat dus mensen denken: Lazy fuckers. Liggen lekker op de straat. Ze moeten werken! Echter, de realiteit is dat veel van deze jongens keihard werken. Het minimale dat je nodig hebt om te overleven in Maleisië is rond de 1.300 ringgit (rond de 300 euro) per maand. Door een gebrek aan scholing werken deze jongens voor een schrale 600 ringgit.”

Khaidir en Abdul bevestigen Petes verhaal. Al vier jaar leven ze op straat en zoeken ze naar een baan in het grote Kuala Lumpur. Abdul: “Mijn rechterbeen is verlamd, daarom kan ik niet aan een baan komen. Een goed opvangsysteem hebben ze hier niet.” Khaidir heeft sinds kort een baan: “Ik werk in de bouw, maar ik verdien niet genoeg voor een kamer. Gelukkig heb ik vrienden op straat. Zij zorgen ervoor dat ik me thuis kan voelen.”

In de rij voor een gevulde maag
Bij een huiselijk gevoel hoort ook een warme maaltijd. Elke avond krijgen de daklozen hun avondeten op vaste plekken door de stad. Tijdens een voedseloperatie gaat een groep vrijwilligers op pad naar de verschillende locaties. Wat ze die avond zullen uitdelen is elke keer weer een verrassing. Vijf minuten voor vertrek komen er een paar jongens met bananen aanzetten. Rond elf uur staat het eten uitgestald in buffetvorm. De daklozen staan in een rij en lopen langs het buffet waar ze van alles één stuks krijgen aangereikt. “Het heeft ons vijf jaar gekost om ze dat te leren. Maar nu staan ze eindelijk in een nette rij!”, lacht Pete. De reacties van de mannen en vrouwen zijn verschillend. Sommigen zijn vrolijk en dankbaar. Een paar jongens zijn gretig, en grissen het eten uit de handen van de vrijwilligers. Anderen sloffen uitdrukkingsloos voorbij.

Maar het uitdelen van voedsel is slechts een middel tot een hoger doel. “Het idee achter Reach Out is om de mensen van de straat te krijgen. We zijn hier niet om luiheid en afhankelijkheid te creëren. Uiteindelijk is Reach out een organisatie die zorgt voor het re-integreren van mensen in de maatschappij, dat is waar wij voor vechten. Het eten uitdelen is daarbij een manier om met de daklozen in contact te komen.”

Hoe de organisatie dit wil bereiken is als volgt: via de vaste banen van vrijwilligers komt de NGO in contact met het bedrijfsleven. Het programma wekt interesse bij de werkgevers, waardoor zij besluiten deel te nemen aan een voedseloperatie. Ze zien de realiteit onder ogen en veel bedrijven stellen vervolgens vacatures open voor de daklozen. De uitdaging is nu om een baan te vinden voor de daklozen die wél genoeg geld oplevert voor onderdak. “Wij kleden de mannen en vrouwen goed aan, maken ze klaar voor het interview en staan hen bij tijdens het proces. Zes maanden lang spreken we iedere week de daklozen en de werkgevers.” Een aansluiting vinden bij de vaardigheden uit het verleden van de dakloze bij hun nieuwe baan is de sleutel tot succes. “Als je een ingenieur bent geweest en ik benader jou voor een baan als buschauffeur dan sta je na een maand weer op straat!” Door het vinden van gepaste banen probeert Reach Out te zorgen voor re-integratie in de maatschappij.

Re-integreren en innoveren
En met resultaat. Het re-integratieproces van Reach Out lijkt te werken. “De Maleisische regering heeft in 2014 honderd mensen van de straat gehaald en gere-integreerd in de maatschappij. Het gaat hier om een ministerie met maar liefst 7.000 mensen in dienst en een budget van 45 miljoen per jaar. Wij hebben met onze vrijwilligers vierhonderd mensen van de straat gehaald afgelopen jaar. De reden waarom ik dit zeg is niet om de overheid te bekritiseren, maar om te laten zien dat het model dat wij hanteren werkt.”

Ondanks dat het momenteel goed gaat, zit Pete niet stil en denkt hij alweer na over plannen voor de toekomst: “Natuurlijk zullen we het re-integreren van de daklozen doorzetten.” Maar dit gebeurt niet van de ene op de andere dag. “Om onze band met de hen te versterken, hun vertrouwen te winnen en het leven op de straat houdbaar te maken zijn wij druk bezig met innoveren. Op het moment ontwikkelen we een rugzak voor de daklozen. Een tas waarin een dekentje verstopt zit en een opvouwbaar matras. De rugzak zelf dient als kussen”, legt Pete enthousiast uit. De rust is wedergekeerd: de spanningen zijn verdwenen, rugzakken zijn in de maak en als de NGO’s hun werk blijven doorzetten, hebben Abdhul en Khaidir binnenkort misschien weer een dak boven hun hoofd.

Omwille van privacy zijn de namen van de geïnterviewde daklozen gefingeerd.