Het is een traditie geworden dat de Johan Cruyff Foundation tijdens WK's een trapveldje voor jongeren doneert aan een probleemwijk in het organiserende land. Ook in 2014 in Brazilië is dat het geval. Maar hoe succesvol zijn deze Cruyff Courts eigenlijk? In 2010 opende Oranje onder grote belangstelling een veldje in Johannesburg. Vier jaar later wordt de balans opgemaakt.

Hoofdcoach John Sibeko herinnert zich de dag nog goed. “Het was een zonnige dag en iedereen was uitgelaten. De kinderen mochten met hun helden op de foto en zelfs een balletje met ze trappen. Het was indrukwekkend dat het Nederlands elftal destijds zelf het court opende. De kinderen vonden het prachtig en dat gaf het project een positieve start.”

Ter ere van het WK in Zuid-Afrika, opent Johan Cruyff, samen met de oranje selectie, in juni 2010 een Cruyff Court in Hillbrow in het hart van Johannesburg. Het voetbalveldje moet kinderen uit deze achterstandswijk in Johannesburg een veilige speelplek bieden en ze van de straat houden.

John Sibeko werd door het programma WorldCoaches van de KNVB opgeleid en aangesteld als hoofdcoach van het Cruyff Court in Hillbrow. “In het begin liep het wat moeizaam”, zegt Sibeko. “De kinderen waren continu aan het vechten en konden niet met regels en gezag omgaan. De eerste zes maanden na de opening dacht ik dat ik op de verkeerde plek was. De kinderen namen niets van mij aan. Veel kinderen komen uit een gezin met problemen, waar ze geen regels kennen. Dan komen ze op een voetbalveld en moeten ze opeens luisteren naar mij. Ik kan me voorstellen dat dit lastig is. Voor ons was het ook zoeken naar de juiste balans. Langzaam ging het beter en nu hebben we een goed werkend systeem.”

Olebo Atthorm (28) werkt als vrijwilliger op het court. Volgens hem is er veel minder criminaliteit onder jongeren dan voorheen. “Dit is natuurlijk niet allemaal te wijten aan het court maar het heeft zeker invloed. Kinderen hebben een veilige plek om heen te gaan na school, waardoor ze zich niet gaan vervelen en het verkeerde pad op gaan. Er is bijvoorbeeld een jongen van acht jaar die niet graag naar huis gaat en elke middag op het court te vinden is. Als hij zelf niet kan spelen, gaat hij voor andere kinderen water halen. Hij doet er alles aan om actief bezig te zijn en wordt dan ook echt gemist als hij er niet is. Het is prachtig om te zien hoe die sociale controle zijn werk doet. Dit is belangrijker dan het voetbal op zich.”

Die positieve geluiden zijn ook in Nederland doorgedrongen. In maart 2014 was John Sibeko aanwezig op een seminar van de Cruyff Foundation in de Amsterdam Arena. Ook Johan Cruyff zelf was aanwezig en luisterde aandachtig naar Frank van Eekeren (USBO) over de nalatenschap van het court in Zuid-Afrika. Frank van Eekeren is onderzoeker bij het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht. Hij heeft onderzoek gedaan naar de effecten van de Cruyff-courts. Van Eekeren haalt in het seminar de daling van het aantal misdrijven in de buurt rondom het court aan. “Dat de criminaliteit is gedaald, is gemakkelijk na te gaan. Hoe dat komt is moeilijker te onderzoeken. Er zijn veel verschillende factoren die meespelen, maar het court creëert drie effecten die direct impact hebben op de daling van criminaliteit: er is meer sociale veiligheid, kinderen krijgen meer life skills en hun zelfvertrouwen neemt toe.” 

De conclusie tijdens het seminar is dat het court in Johannesburg een succes is. Toch zijn er na vier jaar ook nog wel wat verbeterpunten. Zo zou het court meer ballen kunnen gebruiken en stijgt het aantal deelnemers nog steeds. Hoewel de groeiende belangstelling een positief teken is, legt het een zware druk op de beperkte middelen. De ruimte om kinderen mee te laten voetballen is minimaal.

Ook laat de ouderlijke steun te wensen over. John vertelt dat ouders vaak het nut er niet van inzien “Veel ouders zijn te druk met hun eigen problemen en zien voetbal als vrijetijdsbesteding en niet als iets nuttigs voor hun kinderen. De gedachte dat kinderen veel leren van samen spelen, delen veel ouders niet. Meisjes worden al helemaal niet gestimuleerd om te komen voetballen. Ik zou graag zien dat er meer meisjes komen, maar helaas heb ik hier niet veel invloed op. De eerste stap, het aanmelden, moeten toch echt vanuit hun ouders komen. Het laatste, misschien wel grootste probleem is het drugsgebruik. Kinderen kunnen hier zo makkelijk aan drugs komen. Als ik merk dat er op of rond het court drugs wordt gebruikt of verhandeld, stuur ik ze natuurlijk onmiddellijk weg. Dit blijft moeilijk want je wilt zo'n kind graag helpen, maar het mag geen risico vormen voor de andere kinderen. Het is goed niet alleen maar de positieve punten te benadrukken, maar ook naar verbeterpunten te kijken. Deze problemen zie ik als nieuwe uitdagingen.”

John speelt vanmiddag een potje voetbal met een groep kinderen. Hij geeft op een natuurlijke manier leiding. Af en toe moet hij iemand tot de orde roepen, die dan onmiddellijk gas mindert. Kame (9) staat aan de zijkant: “Ik ben te laat voor dit potje maar hoop straks mee te doen. Ik speel hier bijna elke middag, al mijn vriendjes komen hier naar toe. Het is hier altijd heel gezellig en van John kun je veel leren.”

Maar de toekomst van John bij het Cruyff Court is onzeker. Het contract dat hij met de KNVB heeft, loopt na vier jaar af en wordt waarschijnlijk niet verlengd. John: “Het idee van de KNVB is dat het court op zichzelf gaat staan en dat vrijwilligers uit de buurt het stokje overnemen. Ik ben door de KNVB opgeleid als betaalde Worldcoach. Nu het goed loopt hier is het voor de KNVB misschien tijd om nieuwe projecten te steunen en nieuwe velden te openen. Er is nog geen definitief besluit genomen, maar wat vaststaat is dat mijn toekomst niet hier ligt. Ik wil groeien en voel dat er een grotere rol is die ik moet gaan vervullen in de voetbalwereld van Zuid-Afrika.”

Het court ligt er mooi bij in de warme middagzon. Vorig jaar is het nog volledig gerenoveerd en de tribune is onlangs geschilderd. Niets wijst er op dat het court binnenkort mogelijk zijn spil kwijtraakt. Op de vraag wat er gaat gebeuren als hij weg is antwoordt John: “Dat is een goede vraag, daar ben ik veel mee bezig. Allereerst werk ik hard om deze kinderen zelf de activiteiten te laten leiden. Als ik er niet ben, dan hoop ik dat de kinderen zelf kunnen voetballen. Het is hun faciliteit en als ze in staat zijn om dit te organiseren, stimuleer ik dit. Ten tweede werk ik met vrijwilligers, zodat die de kinderen kunnen begeleiden als ik weg ben. Ik leer ze hoe je een training interactief maakt en hoe je de sessies goed organiseert. Bij elk court, waar ook ter wereld, staat een bord met de veertien punten van Cruyff. Dit zijn (gedrags)regels waaraan de kinderen zich moeten houden, zoals bijvoorbeeld respect naar elkaar en samen spelen. Deze veertien punten vind ik belangrijk en gebruik ik altijd in mijn training. Ik wil dat zij dat ook doen. Ik hoop dat de zelfstandigheid van de kinderen in combinatie met de vrijwilligers het court gaat redden als ik weg ben.”