Pnin is een boek dat in eerste oogopslag niet meteen tot de verbeelding spreekt. Het boek ziet er stoffig en ouderwets uit, maar dat is logisch omdat het is uitgebracht in 1953. Er zullen geen kleurige, hippe letters en korte brutale zinnen in voorkomen. Daar staat Nabokov ook niet om bekend. Misschien is hij daardoor bij de jongere generatie in de vergetelheid geraakt. En dat is jammer. Pnin zit namelijk vol met kleine, humoristische geheimen met name in stilistische en symbolische zin.

Dit heeft vooral betrekking op Nabokov’s beschrijving van het hoofdpersonage: Pnin, die eigenlijk Timofej heet, is van Russische afkomst. Hij is te omschrijven als een eigenwijze, oubollige, intellectuele einzelgänger met een excentriek uiterlijk. Dit komt extra naar voren op de eerste pagina, waar Nabokov het personage aan de lezer introduceert: “Hij was op een ideale manier kaal, door de zon gebruind en gladgeschoren, dus hij begon tamelijk indrukwekkend, met die grote bruine kop, een bril met schildpadmontuur (die een infantiele afwezigheid van wenkbrauwen maskeerde) een aapachtige bovenlip, een dikke nek en een krachtpatsertorso in een vrij krap tweedjasje, maar hij eindigde nogal teleurstellend, met een paar spillebenen (nu in flanel gestoken en over elkaar geslagen) en voeten die er fragiel, bijna vrouwelijk uitzagen.”

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.