In de betonnen muren zitten gaten. Er hangt een versleten kalender als vergeefse poging de gaten te verhullen. Het is een klein en donker huis in de warme buitenwijken van Bogotá, de hoofdstad van Colombia. Luz Marina Bernal drukt de foto van haar zoon tegen haar borst. David Leonardo Porras Bernal was 26 jaar oud, maar had de geestelijke ontwikkeling van een negenjarig kind. Hij kon nauwelijks begrijpen wat het woord ‘guerrilla’ betekende. Na maanden zoeken werd hij teruggevonden in een massagraf met FARC-strijders. 

“Elke nacht lag ik wakker en wachtte ik op hem. De onzekerheid was slopend. Na acht maanden ging de telefoon. Ze hadden hem gevonden in een massagraf van guerrillastrijders die in strijd met het Colombiaanse leger waren gesneuveld. In Santander, 700 kilometers van waar hij verdween, zonder documenten. Ik moest hem komen identificeren. Daar zag ik het verwoeste gezicht van mijn zoon. Hij was dertien keer door zijn hoofd geschoten. Ik wist dat hij het was, maar wilde het niet geloven.”

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.