“Hey dames, zijn jullie verdwaald?” Twee meiden kijken achterom en zien een officier staan. “Nee hoor”, zegt één van de twee zelfverzekerd. “We moeten in het restaurant zijn verderop.” Plotseling horen ze luid geschreeuw en veel lawaai achter zich. Gedetineerden in oranje overalls hebben de vrouwen gespot. Ze joelen in de hoop hun aandacht te trekken. “Hé mooie meisjes! Kom hier, kom hier. We geven jullie de middag van je leven.”

Pollsmoor Prison is gevestigd in Tokai, een wijngebied in Kaapstad. Rondom de gevangenis sieren honderden kleine wijngaarden en pittoreske boerderijtjes het landschap. Helaas past de gevangenis slecht in de mooie wijk Tokai. Pollsmoor Prison herbergt namelijk een groot percentage van de zwaarste criminelen in Zuid-Afrika, er lopen in totaal ongeveer 7.000 gedetineerden in oranje uniformen rond.

Een officier genaamd Spendu is getraind als rehabilitatieofficier in Pollsmoor Prison. Spendu: “Onze gevangenis is één van de belangrijkste in Zuid-Afrika, het behoort tot de tien grootste en beste gevangenissen in het land. Wat ons onderscheidt van de anderen is het unieke rehabilitatieprogramma. Wij bieden gevangenen de keus om hun tijd nuttig te besteden. Dit doen we in de vorm van cursussen en verschillende werkvormen binnen de gevangenis. Op deze manier leren ze hoe hun leven er over een paar jaar uit zal zien als ze hun gevangenisstraf erop hebben zitten. Het verzorgen van de bediening en de keuken in het gevangenisrestaurant Idlanathi is bijvoorbeeld ook een onderdeel van het programma.”

“Hoi, mijn naam is Victor en ik heet jullie welkom in het restaurant Idlanathi”. Een vriendelijk ogende ober verwelkomt de gasten in het restaurant op het gevangenisterrein De brede lach op zijn gezicht, met één missende voortand, geeft duidelijk aan dat hij geniet van het feit dat hij de klanten mag bedienen.

Het restaurant heeft veel weg van een amateuristisch campingrestaurant. De tafels en stoelen zijn niet van hoge kwaliteit en de plastic placemats op de tafels wekken de indruk dat dit geen restaurant is met culinaire hoogstandjes. Gelukkig verwachten de gasten die hier komen dat ook niet. Zij komen hier om te ervaren hoe het is om bediend te worden door gedetineerden.

Af en toe verschijnt er een hoofd vanachter de keukendeur. De deur waait wel open, maar de koks komen het restaurant niet in. En of ze nu wel of niet op de voorgrond treden, ze trekken de aandacht. De gedetineerden in de keuken lopen allemaal in een fel oranje uniform waarop oneindig vaak het woordje ‘prisoner’ is afgedrukt. De paar gedetineerden die het soms even wagen om naar binnen te kijken, worden goed in de gaten gehouden door de bewakers. Veel stelt de bewaking niet voor. De vijf mannen die hiervoor verantwoordelijk zijn, hebben het zich gemakkelijk gemaakt in de hoek van het restaurant. Ze zitten in comfortabele fauteuils en zijn druk met elkaar in gesprek.

Spendu is één van de officieren die wel continu om zich heen kijkt en de gevangenen in de gaten houdt. Terwijl hij druk aan het vertellen is flitsen zijn ogen van de ene kant naar de andere kant om de gevangenen binnen zijn gezichtsveld te houden. “Eigenlijk vertrouw ik het grootste deel van de gevangenen wel. Ik ken de meesten al een lange tijd en velen zijn heel leergierig en willen hard werken om hun loyaliteit en onschuld te bewijzen. Toch moeten wij, beveiliging en officieren, altijd goed in ons achterhoofd houden dat ze niet voor niets gevangenen zijn. Mensen zitten hier toch om een reden. Ik merk dat het rehabilitatieproces de meeste gevangenen goed doet. Het werk in het restaurant zorgt ervoor dat ze weer in contact komen met ‘gewone’ mensen. Hierdoor wennen ze weer aan normale omgangsvormen die normaal zijn buiten deze muren”, aldus Spendu.

Victor is een enthousiaste gastheer en hij helpt zijn gasten graag bij het maken van een goede keuze. De menukaart van dit gevangenisrestaurant is veelzijdig. Er staan vooral Zuid-Afrikaanse lekkernijen op waaronder ‘Hake’ (snoek) en Boboti. Als Victor naar een tafeltje loopt om een bestelling op te nemen, vraagt een gast naar zijn verleden: “Misschien een hele brutale vraag, maar mag ik u misschien vragen waarom u in de gevangenis zit?” Victor wendt zijn hoofd af in de hoop dat ze niet ziet hoe ongemakkelijk hij zich voelt. Even lijkt het alsof hij weg wil lopen, maar dan herpakt hij zich. “Ik heb veertien jaar gevangenisstraf gekregen voor een overval, mevrouw”, zegt hij.

Het ongemakkelijke en confronterende moment is gelukkig snel vergeten als het eten klaar is. Victor serveert de borden niet op de meest professionele manier, maar met een onvoorstelbaar charmante glimlach wenst hij zijn gasten een fijne maaltijd toe. Na de lunch wordt Victor er weer mee geconfronteerd dat werken in het restaurant geen echte vrijheid geeft. De gasten verlaten het restaurant en Victor gaat naar de cel waar hij veertien jaar van zijn leven zal doorbrengt.