Een sloppenwijk in Zuid-Afrika wordt vaak niet geassocieerd met blanken. Onterecht. Pretoria wordt omringd door zo'n twintig 'plakkerskampen': Sloppenwijken waar de blanke onderklasse woont.

"Als ik de kans krijg dit land morgen te verlaten zou ik het doen, in het Zuid-Afrika van nu is geen ruimte voor blanken".

Omgekeerde apartheid wordt het genoemd. De Zuid-Afrikaanse stad Pretoria wordt omringt door zo’n twintig ‘plakkerskampen’, sloppenwijken waar de blanke onderklasse zich vestigt in tenten, golfplatenhuisjes en oude stacaravans. In sommige plakkerskampen verblijven pakweg twintig families, in andere zo’n tweehonderd. Het ruikt naar drank en ontlasting. Alcoholisme en drugsverslaving vieren hoogtij in deze wijken. Er is geen tot weinig elektriciteit, noch stromend water. Kinderen in verkleurde t-shirts spelen met blote voeten in de afvalbergjes die zich ophopen tussen de krotten, hun gezichtjes vies van opgedroogde snottebellen en stoffige zandpaden.

"Niemand hier heeft werk", zegt Belinda Niekerk. De vrouw des caravans wijst naar de andere krotten op plot 111. Ze laat mistroostig haar armen langs haar slonzige trui bungelen. Samen met haar man, twee gehandicapte dochters en twee jonge zoons woont ze in een met golfplaten ombouwde caravan op een plakkerskamp. De muren in caravan nummer 9 zijn beschimmeld, de vloer is van zand. "We worstelen met de ruimte, we hebben geen elektriciteit maar wel een dak boven ons hoofd. Dat is onze enige dagelijkse zorg, het regelen van een plek om te eten en te slapen". Over toekomst wordt niet gesproken, ze leven met de dag. "Er is geen werk voor ons, we zitten al acht maanden zonder inkomsten." Banen voor de niet-opgeleide blanke onderklasse zijn schaars in Zuid-Afrika.

Klaagzang
In elke blanke sloppenwijk is dezelfde klaagzang te horen; "Zuid-Afrika is veranderd, er is geen ruimte meer voor blanken." Martin Muller zit wijdbeens op een krukje voor zijn caravan, zijn dikke bierbuik schudt heen en weer als hij zich opwindt. "De zwarten hebben alles ingepikt, het is onmogelijk voor een blanke om nog een normale baan te krijgen. We worden letterlijk gediscrimineerd." Zijn hoofd loopt rood aan. "Er is geen werk. Er zijn zo ongeveer zes miljoen mensen in dit land die geen werk hebben. En weet je waarom? Omdat de politiek heeft besloten om de banen aan de verkeerde mensen geven."

De rest van de mannen op het erf vallen hem bij, ook zij hebben geen werk. Het begon allemaal bij de instelling van de Broad Based Black Economic Empowerment (BBBEE), een regeling ingesteld na de val van apartheid in 1994 om meer raciale gelijkheid te bevorderen op de arbeidsmarkt. De praktische variant hiervan, genaamd Affirmative Action, ‘positieve discriminatie’, is een veel gehoorde klacht onder de blanke minderheid. Achtergestelde groepen zoals name vrouwen, kleurlingen en zwarten, worden door middel van de door de overheid ingestelde quota’s begunstigd op de arbeidsmarkt. Daarentegen is de blanke, middelbare arbeider de meest onbegunstigde in dit systeem. En die heeft daar last van, vooral als hij matig geschoold is en niet de jongste meer is. "Ik hoor ze keer op keer zeggen dat ik niet de juiste kleur heb, of te oud ben", legt een van de mannen uit de groep uit.

President Zuma van het ANC was met stomheid geslagen toen hij een aantal jaar geleden voor het eerst een blanke sloppenwijk bezocht in Pretoria. Blanke armoede is een taboe. Logisch, want in verhouding tot de armoedecijfers onder de zwarte bevolking is het bijna niet noemenswaardig. Toch erkende Zuma onlangs de oplopende armoede cijfers onder de blanke bevolking in Zuid-Afrika als een thema dat meer aandacht zou moeten krijgen.

"Ik verbaas me erover hoe weinig onderzoek er wordt gedaan naar de ware aantallen van blanke armoede", vertelt Roger Southall, professor sociologie aan de universiteit van Witwatersrand, Johannesburg,. Het Affirmative Action plan is een ingewikkeld en gevoelig onderwerp, legt hij uit. Voor de val van apartheid zag je in de overheids- en publieke sector niet terug dat Zuid-Afrika voor het overgrote deel zwart is. De vervoersbedrijven, postkantoren, ambtenaarbanen en het onderwijs waren vooral werkdomein van de blanke Zuid-Afrikaan. Dat moest natuurlijk anders na 1994. Met de invoering van dit beleid werden veel blanken uit de publieke sector verdreven of uitgekocht. "Ik denk dat deze groep, vooral de laag opgeleide blanke arbeiders die deze banen verloren en niet omgeschoold werden, het gevoel hebben gekregen dat er voor hen geen plaats meer is in Zuid-Afrika".

Vertrouwen Regenboognatie neemt af
Bij het volgende plakkerskamp lijkt niemand meer op te kijken van blanke bedelaars met help-me bordjes langs de snelweg. In de randwijken van Johannesburg en Pretoria schieten de plakkerskampen voor blanke noodlottigen als paddenstoelen uit de grond. Zo’n tien procent van de blanke Zuid-Afrikanen leeft onder de armoedegrens, schat stichting Solidariteit Helpende Hand, een organisatie die zich specifiek richt op deze groep. "Veel van hen werken sporadisch in de bouw of beveiliging, maar dat is meestal niet genoeg om hun gezin mee te voeden. Hulporganisaties en liefdadigheidsprojecten zijn nog grotendeels gericht op andere bevolkingsgroepen, al begint hier langzaam verandering in te komen."

Daarentegen meent het Instituut van Race Relations (IRR) in Johannesburg dat de term ‘blanke armoede’ juist wordt overschat. Volgens het IRR is het aantal arme blanke Zuid-Afrikanen in 2012 juist gedaald van twee procent naar één procent. Ondanks dat ook de blanke bevolking lijdt onder een stijging van werkloosheid, ligt dit cijfer verreweg lager dan bij de zwarte bevolking. Al is de absolute werkloosheid onder blanken gestegen van 3 procent naar 5,7 procent tussen 1994 en 2012, in datzelfde jaar was 29 procent van de zwarte Zuid-Afrikaanse bevolking werkloos. Als zwarte pas afgestudeerde heb je meer kans op het vinden van een baan een jaar na afstuderen dan een blanke pas afgestudeerde. Blanken hebben echter weer aanzienlijk meer kans om een bedrijf te beginnen en scoren hoger op het gebied van ondernemerschap.

Ondanks de cijfers voelen de mannen in Betlehem zich benadeeld door de overheid ten opzichte van hun zwarte landgenoten. "Zuid-Afrika is veranderd", vervolgen ze vastberaden. "De blanke man is nu waar de zwarte man stond jaren geleden". Het valt op hoe verdeeld het land hier over denkt. Een groot deel van de zwarte bevolking heeft hier namelijk heel andere ideeën over. Vooral de jongeren hebben via de erfenis van hun ouders en grootouders de bittere vrucht van apartheid geplukt. Dat er in een land waar crisis heerst ook de voormalig rijksten moeten inleveren, vinden ze dan ook logisch.

Het vertrouwen in de door Nelson Mandela beloofde regenboognatie, waarin iedereen vredelievend en gelijk samenleeft, neemt in rap tempo af. Daarvoor is Zuid-Afrika te verdeeld. "De toekomst van Zuid-Afrika in deze samenstelling gaat op de schop", zegt Willem uit Betlehem. "Dit land zal nooit herstellen van wat er is gebeurd, we zijn al te ver heen. Wat hier is gebeurd is triest, maar het is de realiteit. Het is goed om positief te blijven, maar je moet ook realistisch zijn. Als ik de kans zou krijgen om morgen te vertrekken, dan ga ik, en kom ik nooit meer terug. Sterker nog, ik had vandaag al in Australië moeten zitten".