In Bosnië en Herzegovina vonden op 7 oktober verkiezingen plaats. Het gaat niet goed met het land. De bevolking is ruim 20 jaar na de oorlog nog altijd erg verdeeld, corruptie blijft een groot probleem, de werkloosheid is torenhoog en Bosniërs verlaten massaal het land. Naast al deze negatieve ontwikkelingen zijn er ook jongeren van de naoorlogse generatie die wél een toekomst zien voor hun land en die zich daarvoor inzetten.  

Het Daytonverdrag, dat in 1995 een einde maakte aan de oorlog, deelde Bosnië op in twee entiteiten, de Federatie Bosnië en Herzegovina, waar vooral Bosniakken en Bosnische Kroaten wonen, en de Republika Srpska, waar vooral Servische Bosniërs wonen. De Federatie is daarnaast ook nog opgedeeld in tien kantons die vergaande autonomie hebben op bepaalde beleidsterreinen. Bosnië heeft drie talen en drie presidenten, waarbij het voorzitterschap elke acht maanden rouleert. Door deze complexe structuur is de Bosnische overheid groot en duur, voor een bevolking van een kleine 3,5 miljoen. Het systeem én de partijen bevorderen het nationalisme en multi-etnische partijen zijn in de minderheid.

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.