Op de hoek van de straat in Peking, tussen het luid toeterende verkeer en alle andere straatverkopers in, staan meneer en mevrouw Ding. Iedere dag verkopen zij in de avond ergens in de stad gefrituurde tofu. Zij vrezen de Chengguan, de beruchte stadswachten die de illegale straatverkoop moeten reguleren en zomaar de Dings hun handel kunnen opdoeken.

Het is vijf uur in de avond en de zaak draait op volle toeren. Bordjes met gefrituurde tofu, een sausje en wat groente vliegen voor vier Yuan (zo’n 50 eurocent) over de ‘toonbank’ van het karretje waar het echtpaar al vier jaar mee door Peking rijdt. Steeds op zoek naar een plekje waar ze ongestoord hun zelfgemaakte waar kunnen verkopen.

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.