In Nederland zijn de kansen voor vrouwen vrijwel gelijk aan die van mannen, maar in sommige andere landen wordt nog steeds gestreden voor gelijke rechten voor vrouwen. In Maleisië, een overwegend islamitisch land, zijn er tegenstrijdige ontwikkelingen. Enerzijds zijn er in het bedrijfsleven veel kansen voor vrouwen en wordt er hard gestreden voor gelijkheid tussen de seksen. Anderzijds zijn er in de politiek en religie conservatieve geluiden te horen.

De verwachtingen zijn hooggespannen als de Maleisische prinses Diana rond half 7 de tearoom komt binnenlopen. Tot die tijd heeft haar Nederlandse verloofde James met passie verteld over zijn geliefde Raja Diana (‘Raja’ is Maleis voor ‘prinses’): ze is een echte society lady en topvrouw in het bedrijfsleven. Ze wordt gevolgd door modetijdschriften vanwege haar smaakvolle kledingkeuze en is een voorbeeld voor jonge vrouwen. Volgens James is ze dan ook de Linda de Mol van Maleisië. Raja Dato’ Nordiana Zainal Shah, zoals ze voluit heet, is kleindochter van een sultan en werkt al vijfentwintig jaar voor Malaysia Airlines. Na verschillende functies te hebben bekleed is ze opgeklommen tot Senior Vice President Marketing & Loyalty Program. Ze maakt duidelijk dat ze deze positie zelf heeft bereikt. “Mijn afkomst heeft geen rol gespeeld in mijn carrièrekansen, die heb ik zelf gecreëerd.”

Haar vader regelde haar eerste sollicitatiegesprek maar daarna heeft ze zelf haar carrière opgebouwd. Hierdoor denkt ze een inspiratiebron en voorbeeld te zijn voor jonge vrouwen. Raja Diana is dankbaar voor de kansen die ze binnen Malaysia Airlines heeft gekregen en de vrijheid die ze heeft gehad in het uitvoeren van haar verschillende functies. Nooit heeft ze het gevoel gehad minder kansen te krijgen dan de mannen in het bedrijf of achtergesteld te zijn op basis van haar sekse. Dit gevoel is niet uniek in Maleisië. Sisters in Islam, een islamitische feministische beweging, zien de kansen voor vrouwen door de jaren heen toenemen. “In drie generaties zijn de vrouwen hier erg ver gekomen. Waar onze oma’s nog werden uitgehuwelijkt is er nu een generatie van zelfstandige en machtige vrouwen opgestaan. Zelfs de nationale bank van Maleisië wordt momenteel gerund door een vrouw”, verklaart Akmal Zulkifli, van Sisters in Islam.

Van een glazen plafond is dan ook geen sprake volgens de vrouwen. In het bedrijfsleven werken veel vrouwen en zij zien zichzelf dan ook niet ondervertegenwoordigd. Raja Diana ziet op de werkvloer geen genderdiscriminatie voorkomen. Een reden dat er meer gelijke kansen zijn gekomen is te verklaren vanuit de Aziatische cultuur. “In Maleisië en over het algemeen in Azië, heerst in tegenstelling tot in het Westen een groepscultuur, de mensen zijn veel meer georiënteerd op hun familie en op groepssituaties. Huishoudelijke hulp vanuit de familie is erg gebruikelijk. Door die huishoudelijke hulp hebben vrouwen de kans gekregen om het huis uit te gaan en te gaan werken.” Naast hulp van de (schoon)moeder en diens moeder, is het in Maleisië ook mogelijk om betaalde hulp te krijgen voor een veel schappelijkere prijs dan in Europa. “Vrouwen spelen nu een tweeledige rol. Ze werken en zorgen voor het huishouden.” In Maleisië is de vrouw nog het hoofd van het huishouden en wordt de man als kostwinner gezien.

Zowel prinses Diana als Sisters in Islam kijken raar op als het gaat om salarisverschillen tussen mannen en vrouwen. In Nederland verdienen vrouwen gemiddeld tien tot vijftien procent minder dan mannen in dezelfde functie, maar volgens de Maleise vrouwen komt een dergelijke situatie niet voor in hun land. “Als vrouwen en mannen beide succesvol en gekwalificeerd zijn, waarom zouden ze dan niet hetzelfde salaris krijgen? Beiden brengen geld in het laatje”, aldus Akmal Zulkiflin van Sisters in Islam. Genderdiscriminatie is dus ook in dit opzicht geen probleem. Of mannen zich geïntimideerd voelen door succesvolle vrouwen hangt volgens de vrouwen af van de man in kwestie. Prinses Diana is hiermee nog nooit geconfronteerd en is van mening dat mannen niks te vrezen hebben. De Sisters sluiten zich hierbij aan: “Een redelijke man, die voorstander is van gelijkheid tussen man en vrouw, voelt zich niet geïntimideerd. Maar de radicale man probeert ons bij alles wat we doen te dwarsbomen.”

Politieke tegenwerking
Van dat dwarsbomen hebben de Sisters van verschillende kanten last. De beweging wordt in het overwegend islamitische land als controversieel gezien. Sisters in Islam is eind jaren tachtig opgericht door een groep geschoolde, intellectuele vrouwen. De organisatie doet haar werk op basis van onderzoek en analyse van de Koran. Door deze kennisopbouw interpreteren ze de sharia wetgeving vanuit een vrouwelijk perspectief en geven ze juridisch advies aan vrouwen die dat nodig hebben. Daarnaast organiseren ze tegenwoordig een breed scala aan activiteiten waarmee ze vrouwen over hun rechten informeren en bewustzijn over tal van zaken creëren.

Hoewel ze in eerste instantie een organisatie van en voor vrouwen zijn, strijden ze voor meer belangen. “De Sisters in Islam hebben geen oordeel over welke groep dan ook, we zijn pro-vrouwenrechten en pro-mensenrechten. We richten ons niet alleen op islamitische rechten maar op mensenrechten in de brede zin van het woord.” In een gedeeltelijk corrupt, islamitisch en door mannen geregeerd land stuiten ze met hun uitspraken en acties regelmatig op tegenwerking. En daar zien de Sisters wel problemen in gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Want ondanks dat er genoeg vrouwen werken in het bedrijfsleven, is er in de politiek weinig van die ontwikkeling terug te vinden.

“In het bedrijfsleven zien we geen glazen plafond maar in de politiek zitten alleen maar mannen en dat is de plek waar het telt. In de oppositie zitten enkele vrouwen, maar niet in het parlement. Daardoor hebben we nog steeds te maken met oneerlijke en ongelijke wetten”, zegt Akmal Zulkifli. Dit is een van de belangrijkste actiepunten voor de Sisters in Islam. Om veranderingen in de samenleving te bewerkstelligen zal er een verandering in de regering moeten plaatsvinden.

De aankomende verkiezingen kunnen daar geen radicale veranderingen in brengen. In Maleisië wordt er gestemd op een partij en het is niet mogelijk om, zoals in Nederland, op een persoon te stemmen. Doordat er geen voorkeursstemmen worden gegeven, kan er geen voorkeur worden geuit voor een vrouwelijke politicus. Hierdoor blijft het moeilijk om actie te ondernemen. Maar de organisatie wil de kwestie op de politieke agenda zetten in de aanloop naar de verkiezingen. Akmal Zulkifli: “Welke regering we dan ook krijgen, door middel van een demonstratie willen we ze vragen om gelijke rechten en zo het probleem van gendergelijkheid aan te kaarten. Belangrijk is dat kiezers in het hele land weten waar ze voor stemmen. En we hopen dat dat gebaseerd is op inhoudelijke standpunten.” Wat tot positieve ontwikkelingen kan leiden is een recent aangenomen wet. In deze wet is vastgelegd dat in de besluitvormende posities ten minste dertig procent aan vrouwen moeten zitten. Dat is een gigantische stap voor gendergelijkheid.

Vrouwen en de islam
Niet elke islamitische vrouwenbeweging vecht voor de gendergelijkheid die Sisters in Islam voor ogen hebben en niet elke vrouw is zo geëmancipeerd als prinses Diana. Onlangs is in Maleisië de Obedient Wives Club opgestaan, een organisatie die gelooft dat de enige taak van een vrouw is om haar man te behagen. Een bekende uitspraak van de voorzitter van de Obedient Wives Club is dat “een vrouw beter in bed moet zijn dan de beste prostituee”. Ook predikt de Club voor polygamie. Als een man meerdere vrouwen heeft om hem te behagen, hoeft hij niet vreemd te gaan en blijft seks binnen het huwelijk.

De Club groeit gestaag in het aantal leden en heeft zusterorganisaties opgezet in andere Aziatische landen en in het Midden-Oosten. De Sisters in Islam hebben er echter geen goed woord voor over: “Deze vrouwen zijn gehersenspoeld en geïndoctrineerd. Ze nemen de Koran veel te letterlijk en dat is uiteindelijk waar het allemaal om gaat: interpretatie. De Koran is altijd door mannen geïnterpreteerd, maar wij lezen het vanuit het perspectief van vrouwen. Je kan de Koran niet afzonderlijk zien, je moet het in context plaatsen”, aldus Akmal Zulkifli. Prinses Diana is het hiermee eens. “Ik ben zelf moslima en werk met veel islamitische vrouwen, sommigen dragen een hoofddoek en anderen niet. Zelf draag ik geen hoofddoek en interpreteer ik de Koran op mijn eigen manier, maar er zijn ook traditionele vrouwen. Het gaat erom hoe je de Koran aan jezelf oplegt. De Obedient Wives Club geeft de islam een slechte naam.”

Polygamie blijft een onderwerp waarover de meningen verdeeld zijn. Polygamie is toegestaan volgens de sharia wetgeving, als de man van tevoren toestemming vraagt en daarbij kan beargumenteren dat een andere vrouw rechtvaardig óf noodzakelijk is. Deze ‘of’ is essentieel want tot 1994 moest nog aan beide voorwaarden worden voldaan. “Dit is een achteruitgang in de rechten van een vrouw”, zegt Akmal Zulkifli. “Een man hoeft nu alleen voor een rechter te bepleiten dat het noodzakelijk is om een nieuwe vrouw te trouwen ,omdat hij anders vreemdgaat en daarmee is het voor de rechter voldoende. Daar komt nog eens bij dat alle rechters mannen zijn.”

In de Koran staat dat polygamie is toegestaan als alle vrouwen gelijk worden behandeld. Het laatste stukje van die zin wordt nogal eens vergeten of expres weggelaten. Het is ook een discussiepunt of het wel mogelijk is om meerdere vrouwen gelijk te behandelen. Volgens islamitische feministen staat er in de Koran dat het niet mogelijk is. Omdat gelijke behandeling een voorwaarde is, ontstaat er een dubbel negatief: gelijke behandeling is niet mogelijk, dus is polygamie niet toegestaan. Ook binnen Sisters in Islam zijn de meningen omtrent polygamie verdeeld. Als polygamie toegestaan is, moet het in ieder geval aan banden gelegd worden, aldus Akmal Zulkifli van Sisters in Islam. “Het geen privilege, het is een verantwoordelijkheid.”

Gelukkig zijn er vrouwen als Prinses Diana en organisaties als Sisters in Islam die de verantwoordelijkheid nemen om voor vrouwenrechten op te komen. Door het voorbeeld dat Prinses Diana geeft aan jonge vrouwen en de bewustwording die Sisters in Islam creëert, worden vrouwen steeds meer gewezen op hun rechten. Er is afgelopen drie generaties al veel veranderd om gendergelijkheid te verwezenlijken. In het bedrijfsleven hebben vrouwen veel kansen en is er van een glazen plafond geen sprake. Deze trend heeft zich nog niet doorgezet in de politieke sector, de plek waar het telt. Als daar ook veranderingen plaatsvinden, zou dat kunnen bijdragen aan een geheel geëmancipeerd Maleisië.